Oktober is veel dingen, maar sinds een aantal jaar toch vooral ook ‘borstkankermaand’. Pink Ribbon verkoopt weer armbandjes waarmee ze borstkankeronderzoek ondersteunen en er wordt overal benadrukt hoe belangrijk het is om je als vrouw regelmatig te blijven controleren. Dat is voor mij niet nieuw, want al van jongs af aan vertelde mijn moeder me regelmatig dat ik dit moest doen. Die twee kleine borsten van mij, die tikkende tijdbommen. Zo voelt het inmiddels namelijk wel een beetje. Het aantal vrouwen in mijn omgeving dat borstkanker heeft gehad is meer dan ik op een hand kan tellen. Gelukkig vaak met een goede afloop, maar niet altijd. Acht jaar geleden verloor ik mijn oma, die nog maar begin zeventig was, aan de gevolgen van borstkanker.
Ik heb, denk ik zoals zoveel vrouwen, een complexe relatie met mijn borsten. Niet in de zin dat de grootte me iets uitmaakt. Getuige de nog steeds bloeiende borstvergroting-business is dat iets waar veel vrouwen mee worstelen. Ik ben eigenlijk altijd zeer content met het formaat (klein) geweest. Maar toen ze, zo rond mijn twaalfde/ dertiende begonnen te groeien verafschuwde ik ze eerder dan dat ik er blij mee was. Nog goed weet ik hoe een jongen uit de brugklas me verschillende keren plagerig nariep ‘Simone siliconen’. Waarschijnlijk keek hij naar het, toen populaire, ‘Baywatch’, had hij voor het eerst van het woord gehoord en was zijn beperkte jongensbrein vooral gevuld met de gedachte aan vrouwelijke lichaamsdelen. En het rijmde natuurlijk, enigszins. Of net niet, eerlijk gezegd, maar dat zei ik niet. Ik zei helemaal niets. De ongewenste aandacht voor mijn pas ontluikende vrouwenlichaam, ik vond het helemaal niks. Ik kromde mijn rug en ging een beetje voorover gebogen lopen, trok alleen nog maar oversized t-shirts aan en schaamde me intens voor mijn lijf. Met mijn moeder kocht ik mijn eerste twee bh’s. Een witte en een zwarte zonder beugels, cup AA65, een klein randje kant, ik weet het nog precies. Ik was er niet blij mee, het voelde als een noodzakelijk kwaad.
Toen die vreselijke tienerjaren achter me lagen (klinkt wat overdreven, maar ik vond de middelbare schoolperiode niet bepaald de leukste tijd van mijn leven) begon ik mijn lichaam en die borsten die eraan vastzaten wat meer te waarderen. Vooral in praktisch oogpunt is het hebben van kleine borsten fijn. Je hebt er geen last van bij het sporten, je kunt lekker op je buik slapen, jasjes en blousjes gaan probleemloos dicht en de ogen van veel mannen dwalen wat minder snel af als je met ze in gesprek bent. Het was daarom ook wel even omschakelen toen ze tijdens mijn zwangerschap opeens begonnen te groeien. Tot mijn verbijstering had ik opeens een decolleté. En liepen er plots allemaal goed zichtbare aderen doorheen. En nog later bleek er melk uit te kunnen komen…
Maar, daarvoor moest ik dan wel om de twee uur minstens drie kwartier aan een kolfapparaat hangen. Want na een loodzware bevalling bleek het borstvoeden toch niet zo vanzelf te gaan. Mijn kraamweek bracht ik grotendeels door in een donkere slaapkamer, luisterend naar het monotone geluid van dat logge apparaat. Dag en nacht. Maar, ‘hoort erbij’ zei ik tegen mezelf. Ook in de weken daarna zette dit ritueel zich voort. Het aanleggen had ik inmiddels opgegeven. Mijn zoontje pakte de fles wel goed, dus dan moest ik maar blijven pompen. Alleen de melkproductie nam niet toe en de eetlust van mijn zoontje wel. En er kwam nog iets anders bij. Wanneer het precies gebeurde weet ik niet meer, maar het gevoel kan ik me nog goed herinneren. Vanuit het niets voelde ik vanuit mijn tenen mijn lichaam opvlammen in koorts, terwijl mijn linkerborst zwaarder en logger begon aan te voelen. Een grote rode vlek verspreidde zich over de borst, die nog eens in formaat leek te verdubbelen. En daarmee begon ook de afschuwelijke pijn. Ik ben echt geen pieperd, maar ik zeg je eerlijk: mijn weeën vond ik beter te doen dan dit gevoel. Het leek alsof iemand letterlijk met geweld een hele baksteen in mijn borst probeerde te proppen. Diagnose: een borstontsteking, of mastitis. En die kreeg ik niet één keer, maar een keer of drie, denk ik? De hele periode voelt als een soort mist. Uiteindelijk belandde ik zelfs midden in de nacht op de huisartsenpost, met een pasgeboren baby, omdat ik me zo verschrikkelijk slecht voelde. Rillend van de hoge koorts, kreeg ik voor de zoveelste keer een wekenlange antibioticakuur voorgeschreven. Lang verhaal kort: uiteindelijk stopte ik met de borstvoeding en krabbelde ik mentaal en lichamelijk langzaam weer op. Maar mijn borsten hadden gefaald, ik had gefaald. Natuurlijk wist ik dat het niet zo was, maar toch bleef dat gevoel sudderen.
Mijn oma was in die periode al ongeneeslijk ziek en overleed vlak nadat mijn oudste zoon 1 werd. Mijn linkerborst bleef gevoelig. Ik voelde een harde plek, waar de ontsteking had gezeten en soms voelde hij opeens pijnlijk aan. Ik maakte, met tranen in mijn ogen, afspraak na afspraak bij de huisarts om te laten dubbelchecken of er écht niet iets zat. Uiteindelijk verwees ze me, vooral om me gerust te stellen, door voor een mammografie en een uitgebreid onderzoek in het Alexander Monro Ziekenhuis. Waar ik serieus werd genomen en lieve en deskundige artsen mijn borst nauwkeurig onderzochten. Conclusie was dat de ontstekingen littekenweefsel in mijn borst hadden achtergelaten. Dat was wat ik voelde en waar ik last van had. Ik voelde opluchting. Het is geen kanker, ik ben gezond.
Maar opluchting blijkt ook weer weg te kunnen ebben. Ik zal niet zeggen dat ik een voortdurende angst heb om borstkanker te krijgen, maar het zit wel in mijn achterhoofd dat de kans dat ik, of één van mijn vriendinnen, mijn zus, mijn moeder of de buurvrouw, het op een zeker moment zal krijgen. Want dat is statistisch gezien nou eenmaal zo, treurig genoeg. En daarom voelen mijn borsten, nu ik 40 ben, nog steeds niet als een lichaamsdeel waar ik heel blij mee ben. Ze voelen vooral als tikkende tijdbommen, die vroeg of laat een keer zullen afgaan, alleen ik weet niet wanneer. Het enige wat ik kan doen is blijven controleren en toch maar hopen dat deze vreselijke ziekte aan mijn deurtje voorbij zal gaan. En mijn angsten zoveel mogelijk bezweren met het genieten van mijn leven als gezonde veertiger met een prachtig gezin, een hond en een kat die elke avond op mijn schoot komt zitten en die ik aai tot alle onrust uit mijn lijf is verdwenen.
(Als je wat kan missen, via deze link kun je doneren voor meer onderzoek naar borstkanker)
Koekeloeren
Luuk en ik gingen op datenight omdat we 13 jaar getrouwd waren. En om dat heugelijke feit te vieren besloten we naar de film te gaan. We gingen naar ‘The Substance’ met Demi Moore in de hoofdrol. Niet echt heel romantisch nee, maar wát een film. Hij was al een paar keer in het nieuws geweest omdat bioscoopbezoekers naar verluidt al brakend de zaal moesten verlaten, dus ik had me schrap gezet. Maar dat vond ik uiteindelijk allemaal schromelijk overdreven. Of ik heb gewoon een sterke maag, kan ook. In elk geval vond ik dat de diepere laag van de film vooral de boventoon voerde. De manier waarop er door mannen, de maatschappij en ook vrouwen zelf naar (ouder wordende) vrouwen wordt gekeken en de absurde schoonheidsidealen waaraan je als vrouw moet voldoen. Must see en het liefst in de bioscoop, voor het maximale effect.
Lekkerrrr
Voorafgaand aan de film dineerden we bij Mi-Yao in Amersfoort. Nu niet allemaal tegelijkertijd hierheen gaan hollen, want het is maar een klein zaakje en ze doen niet aan reserveren. Maar wat een topplek. Wij kregen twee fijne plaatsen aan de bar en aten er geweldig lekker. De sfeer is heel gemoedelijk en er is een open keuken waar de chef ongelofelijk hard werkt om iedereen snel van eten te voorzien. Nu al zin om er weer heen te gaan!
Voor ‘t oor / boekie!
Spotify heeft sinds kort luisterboeken in zijn assortiment. Ontzettend handig want ik combineer het nuttige graag met het aangename. En dus kun je nu via de digitale luistergigant een boek luisteren tijdens het was opvouwen of dweilen. Ik ben begonnen in het alom geprezen boek ‘All Fours’ van Miranda July. Wat draait om een vrouw van midden veertig die zichzelf opnieuw uit wil vinden. Dat moet je toch aanspreken als je deze nieuwsbrief leest.

Mooi spul
Zoals je weet ben ik gek op kleding, niet alleen voor mezelf, maar ook voor de kinderen. Vooralsnog vinden ze alles wat ik voor ze uitzoek prachtig, dus daar geniet ik nog even van. Want de fase dat ze zich alleen nog maar zelf willen aankleden in de meest vreselijke combinaties komt ook ongetwijfeld nog. Voor de jongste vond ik op de site van Arket een, vintage aandoende, maillot met bretels. Dat leek me heerlijk zitten voor ons klauterende aapje. Kinderkleding (en alle kleding eigenlijk) moet op de eerste plaats toch vooral comfortabel zijn. En op de tweede plaats: hoe schattig ziet dit eruit? Precies.
Insta inspiratie
Ik zet mijn eigen insta even in de spotlight, want hoe gaat het met mijn #fortydaysoffashion project? We zijn inmiddels over de helft en het valt me toch zwaarder dan gedacht. Ik moet mezelf dwingen langer na te denken over wat ik aantrek ‘s ochtends en dat kost tijd (die ik eigenlijk niet heb). Heel uitgebreid mezelf optutten is niet bepaald mijn hobby, maar omdat ik voor deze persoonlijke challenge nou eenmaal heb besloten dat er een filmpje het internet op geslingerd moet worden, doe ik toch wat meer mijn best. Dat dagelijks een filmpje maken voor op instagram bleek trouwens ook al snel een iets te tijdrovend klusje. Al ben ik inmiddels wel een stuk bedrevener geworden in het maken van reels. Toch besloot ik na een week om de outfits wel dagelijks even kort te filmen, maar ze te verwerken in slechts één outfitvideo. En ik wist het natuurlijk stiekem wel, maar ik kom er hierdoor wel weer achter dat er vreselijk veel kleding in mijn kast hangt en dat ik er maar nauwelijks aan toe kom alles te dragen. Hoe ik dit ga oplossen weet ik nog niet precies. Nooit meer iets kopen ligt voor de hand, maar is het minst leuk. Wellicht krijg ik aan het einde van de challenge een ingeving, so stay tuned!